Waterweg-Noord

De insectenvriendelijke geveltuin

Duurzaamheid en de bijdrage aan biodiversiteit is ook een element waarop de groene straten worden beoordeeld. Hoe zorg je er nu voor dat insecten en vlinders uw geveltuin graag bezoeken?

Het begint allemaal met nectarrijke planten. Planten die al aan het einde van de winter en in het vroege voorjaar bloeien helpen de insecten die uit hun winterslaap ontwaken (zoals hommel- of bijenkoninginnen) aan een goede start.

Voorbeelden van vroegbloeiende nectarrijke planten die het goed doen in een geveltuin:

  • Pieris japonica
  • Sneeuwklokje
  • Krokus
  • Maarts viooltje
  • Longkruid (Pulmonaria)

Later in het jaar doen andere planten volop mee. Een kleine greep uit het grote aanbod:

  • Lavendel
  • Vlinderstruik
  • IJzerhard (Verbena bonariensis)
  • Hemelsleutel (Sedum spectabile)
  • Vaste muurbloem (Erysimum cheiri)
  • Enkelbloemige afrikaantjes (Tagetes)
  • Kruipend zenegroen (Ajuga reptans)
  • Vergeet-mij-nietje (Myosotis spec.)
  • Duifkruid (Scabiosa spec.)
  • Klimop (Hedera helix)
  • Engels gras (Armeria spec.)
  • Grote kattenstaart (Lythrum salicaria)
  • Muskuskaasjeskruid (Malva moschata)
  • Gewone margriet (Leucanthemum vulgare)
  • Gewoon duizendblad (Achillea millefolium)

Een stelregel. Dubbelbloemige planten zijn altijd minder nectarrijk dan enkelbloemige. Heeft u dus de keuze tussen een enkelbloemige en een dubbelbloemige plant; ga dan voor de enkelbloemige variƫteit.

Belangrijk is ook om geen chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Het grootschalig gebruik van bestrijdingsmiddelen is namelijk een van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van bijen en dagvlinders. In een siertuin heeft u helemaal geen bestrijdingsmiddelen nodig. Als u een gevarieerde beplanting heeft en u  de juiste plant op de juiste plaats zet, zult u weinig te maken krijgen met ziekten en plagen. En gaat er toch nog eens iets mis, relativeer het probleem dan. Planten kunnen best wel tegen een stootje.

(tekst en foto's: Ada de Vette)